Piramides van Gizeh Geschiedenis | Doel, constructie, tijdlijn en meer

Gebouwd rond 2600-2500 v. Chr.
Ten oosten van de Grote Piramide van Khufu staan drie kleine piramides, sommige slechts 20 meter hoog. Dit zijn de tombes van de vrouwen en zussen van Cheops, die in de volksmond de piramides van de koninginnen worden genoemd. Ze omvatten de piramide van Hetepheres, de moeder van Khufu, en de koninginnen Meritites en Henutsen, zijn vrouwen. Ten zuiden van de piramide van Menkaure liggen nog drie kleine koninginnenpiramides, maar het is onbekend wie daar begraven ligt.

Gebouwd ca. 2500-2100 v. Chr.
Rondom de drie piramides staan veel grafstructuren met platte toppen die mastaba's worden genoemd. Ze werden gebruikt voor de begrafenissen van minder belangrijke familieleden of ambtenaren van de koningen en lagen langs straten en lanen. Deze werden gebouwd tussen 2575-2465 voor Christus. Je kunt ook tombes zien van de arbeiders die 85 jaar hebben gewerkt aan de bouw van de drie piramides en de rest van het complex van Gizeh.

c. 2600-2500 VOOR CHRISTUS
De drie Piramides van Gizeh werden gebouwd tijdens de Vierde Dynastie van het Oude Egypte, tussen 2600 en 2500 voor Christus. De oudste van deze bouwwerken is de piramide van Khufu. Er wordt aangenomen dat 20.000 tot 40.000 betaalde arbeiders 20 tot 30 jaar nodig hadden om elk van de drie piramides te bouwen. Ze werden gebouwd op de westelijke oever van de Nijl, die werd beschouwd als de plaats van de ondergaande zon en werd geassocieerd met het dodenrijk.

c. 2500–2100
De piramides werden gebouwd als grafmonumenten voor de overleden farao's. De oude Egyptenaren geloofden dat als een farao stierf, hij of zij in het hiernamaals als goden voortleefde. Ze moesten dus begraven worden met de spullen die ze in hun hiernamaals nodig zouden kunnen hebben en dus werden de piramides gebruikt om de schatten van de farao's in op te slaan. Ze werden ook gebouwd met dodentempels waar priesters de overleden farao's aanbaden.

c. 1570-1069 V.CHR.
Ten tijde van het Nieuwe Rijk (1570-1069 v.Chr.) was het complex van Gizeh nog steeds actief. De farao's Thoetmosis I, Amenhotep II en Thoetmosis IV bouwden verschillende tempels in de buurt van de Sfinx. Latere koningen zoals Toetanchamon en Ramesses II voegden ook nieuwe bouwwerken toe aan het complex.

c. 480 VOOR CHRISTUS-400 NA CHRISTUS
Nadat Egypte tussen 32-30 voor Christus door de Romeinen was geannexeerd, werden de Piramides van Gizeh als oudheden beschouwd. Ze werden een populaire toeristische bestemming, zelfs onder Romeinse keizers. De Sfinx werd in 60 na Christus zelfs gerestaureerd ter ere van keizer Nero en er werden een trap en een podium toegevoegd om bezoekers te helpen het bouwwerk te bekijken.

820 AD-1500
In de Middeleeuwen werd Egypte veroverd door Islamitische Kaliefen. De vroege heersers waren gefascineerd door de piramides en in 820 na Christus zou kalief Al-Ma'mun een tunnel hebben gemaakt in de zijkant van de Grote Piramide om te onderzoeken wat erin zat. De schrijver Abd al-Latif al-Baghdadi bestudeerde de piramides ook in 1200 na Christus en prees ze als geniale ingenieurswerken, en de islamitische historicus Al-Maqrizi onderzocht de Grote Piramide verder in de jaren 1400, inclusief de sarcofaag in de grafkamer.

12e eeuw
In 1196 na Christus probeerde Al-Aziz Uthman, de tweede Ayyubide sultan van Egypte, de Piramides van Gizeh te vernietigen, te beginnen met die van Menkaure. Zijn arbeiders probeerden acht maanden lang de piramides neer te halen, maar ontdekten dat het net zo duur was om ze te vernietigen als om ze te bouwen. Omdat ze maar één of twee stenen per dag konden verwijderen, was Al-Aziz niet succesvol. Zijn dure inspanningen lieten slechts een lange snee achter op de noordelijke zijde van de piramide van Menkaure

1798
Tijdens de Franse invasie van Egypte in 1798 bezocht Napoleon de Piramides van Gizeh voor de Slag om de Piramiden. Hij zou voor de slag een paar nachten in het piramidecomplex hebben doorgebracht en zijn soldaten hebben gevraagd om de buitenkant van de piramide te beklimmen. Maar ondanks de legendes die zeggen dat hij de nacht alleen doorbracht in de Grote Piramide, is de waarheid dat hij zich nooit naar binnen waagde.

1798–1890s
Nadat de Fransen in 1799 de Steen van Rosetta ontdekten en de Hiërogliefen ontcijferden, werd Egypte in 1801 veroverd door de Britten. Europese historici begonnen al snel meer interesse te tonen in het oude Egypte en de piramides. Belangrijke gebeurtenissen zijn onder andere de eerste moderne archeologische opgraving van de site in 1817, onder leiding van Giovanni Belzoni, en de verkenningen van Howard Vyse in de piramides van Khafre en Menkaure.

1914–1918
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden Britse soldaten in Egypte gestationeerd om het Suezkanaal te beschermen. Veel soldaten en verpleegkundigen uit Australië en Nieuw-Zeeland verbleven in tenten in de buurt van het Gizeh complex. Als gevolg hiervan volgden Britse en keizerlijke soldaten die hier dienden de toeristische routes en poseerden ze voor toeristische bezienswaardigheden zoals de Piramides van Gizeh en de Sfinx.

1920-heden
Na een heropleving van de belangstelling voor Egypte, na de ontdekking van het fabelachtige graf van Toetanchamon in de jaren 20 van de vorige eeuw, hebben verschillende moderne egyptologen de plek onderzocht en waardevolle ontdekkingen gedaan over de piramides. Dit zijn onder andere de opgravingen van het arbeidersdorp, de ontdekkingen van de zonneboten van Khufu en het graf van koningin Hetepheres I.